‘De pensioensector kan wel een betere reputatie gebruiken’
‘Het vertrouwen in de pensioensector is laag. Dat willen we veranderen. Daarom doen we mee met Pensioen Doen, een initiatief van een aantal pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties om belangeloos kennis en ervaring met elkaar te delen. Samen willen we de sector sterker maken en onze reputatie verbeteren.’
‘Vanaf het begin ben ik betrokken geweest bij Pensioen Doen. Aanleiding voor dit initiatief – voorheen Ons Pensioen – was de slechte reputatie van de pensioensector. In heel Europa zijn ze jaloers op ons pensioenstelstel. We hebben de minste arme ouderen. En toch hebben onze fondsen een slechte reputatie. Dat zorgde voor een kloof tussen Nederlanders en de pensioensector. Want de sector heeft jarenlang de verwachting gewekt dat deelnemers 70% van hun laatst verdiende inkomen als pensioen zouden krijgen. We hebben onvoldoende uitgelegd dat pensioen voorwaardelijk is.’
Reputatie opvijzelen
‘Vanuit mijn professie als communicatiekundige zet ik me graag in om die reputatie op te vijzelen. Dat mensen zo weinig vertrouwen hebben in de sector komt omdat pensioendeelnemers behoefte hebben aan begrip en medeleven. Ze reageren vanuit hart en buik. En de sector reageert vanuit het hoofd; met feiten en cijfers. We praten langs elkaar heen. De verbinding ontbreekt. Daarom sturen we in onze communicatie-aanpak voor de fondsen op 2 doelen. De eerste is bouwen aan de relatie. En de tweede is: individueel inzicht en overzicht in wat je krijgt. Als je de afzender vertrouwt ben je meer geneigd informatie tot je te nemen. En als die informatie klopt en relevant is, groeit je vertrouwen. Precies die wisselwerking heeft de sector nodig.’
‘We hebben de maatschappelijke plicht om pensioen eerlijk en begrijpelijk uit te leggen aan deelnemers.’
Trots
‘Uit onderzoek blijkt dat de factoren eerlijkheid en stabiliteit doorslaggevend zijn voor het vertrouwen. Ik ben trots dat we uitlegbaarheid van het pensioen en vertrouwen in de sector op alle bestuursagenda’s hebben gekregen – van het ministerie van SZW tot de Pensioenfederatie. We leveren zo een belangrijke bijdrage aan de grootste secundaire arbeidsvoorwaarde van Nederland: het pensioen. Daar gaat zo’n 600 miljard euro in om. Geld van mensen die pensioenpremie betalen. We hebben dus de maatschappelijke plicht om begrijpelijk en eerlijk aan deelnemers uit te leggen hoe hun pensioen in elkaar zit.’