‘Ik investeer in de toekomst door les te geven’
‘TKP vindt het haar maatschappelijke plicht om te investeren in kennisdeling en talentontwikkeling. Daarvoor werken we samen met verschillende organisaties. En ook ik krijg alle ruimte. Zo geef ik les en begeleid ik studenten aan de Hanzehogeschool. En sinds kort ben ik ook onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen. Ik voeg vanuit mijn vak praktijkkennis toe aan het onderwijs en werk tegelijk aan mijn persoonlijke ontwikkeling.’
Onderwijs stimuleren verbetert samenleving
‘Ik geloof heilig dat als je het onderwijs stimuleert, je de samenleving verbetert. Het is mooi dat ik dat als docent mag doen. Aan de Hanzehogeschool geef ik het vak Inkoop en begeleid ik studenten. En bij de RuG begeleid ik studenten bij een onderzoek naar purchasing risks in the supply chain. We onderzoeken welke ontwikkelingen er vanuit economisch en financieel perspectief op ons afkomen. En welke acties we moeten ondernemen om op de toekomst voorbereid te zijn. Het geeft me veel energie om hier samen met studenten en vakgenoten mee bezig te zijn.’
Hersens laten kraken
‘Ik heb het docentschap en de onderzoeksbegeleiding opgenomen als persoonlijk ontwikkeldoel. Het mooie is dat ik mijn kennis deel met studenten en tegelijk mijn persoonlijke ontwikkeling verrijk. Ik kan als docent m’n hersens laten kraken, blijf actueel en word gedwongen om out of the box te denken. Het voorkomt dat ik verkoker in mijn vakgebied. Dankzij de feedback en goede vragen van studenten, krijg ik vaak weer nieuwe inzichten die ik kan toepassen in mijn werk.’
‘TKP investeert in kennisdeling en daarvoor krijg ik als docent-onderzoeker alle ruimte’
Toekomstige generaties
‘TKP stimuleert kennisdeling. En daar krijg ik de ruimte voor. Ik vind dat best bijzonder. Niet veel werkgevers staan hiervoor open, terwijl onderwijs de toekomst is. Hoe mooi is het dat we toekomstige generaties nu al bekend kunnen maken met pensioen en alles wat er op dat gebied speelt. Mooi meegenomen is natuurlijk dat TKP bij studenten meer naamsbekendheid krijgt. En een kweekvijver van nieuw talent kan aanboren.’